Icon Arrow Icon Arrow back Icon Quote Icon Close Icon Enlarge Icon Calendar Icon Currency Icon Clock Icon Location Icon List Icon Shield Icon Chevron Icon Attachment Icon Download star icon-hat icon-tools

Verzuim in grote sociaalwerkorganisaties

In juli en augustus 2024 deed Sociaal Werk werkt! een peiling onder grote organisaties in sociaal werk. Met als doel een beter beeld te krijgen van de verzuimsituatie. We vroegen naar verzuimcijfers, en de registratie en vergelijking ervan. Maar ook naar mogelijke oorzaken voor het verzuim en de maatregelen die sociaalwerkorganisaties nemen. Benieuwd naar de uitkomsten? Lees wat er uit de peiling naar voren kwam.

Uit eerder onderzoek blijkt dat medewerkers van grote sociaalwerkorganisaties vaker een toegenomen werkdruk ervaren. Ook krijgen zij meer te maken met agressie van cliënten, ondanks dat er vaker beleid op is. Grotere werkdruk en meer agressie kunnen op den duur zorgen voor meer of langer verzuim.

Infographic met verzuimpercentages: Nederland 5,1%, zorg en welzijn 7,2%, sociaal werk 7,2%, grote sociaalwerkorganisaties 8,1%. Bronnen: AzW Statline Ziekteverzuim Q2 2024, CBS Ziekteverzuim 2024

Verzuimpercentage, verzuimfrequentie en verzuimduur

In sociaal werk is het verzuimpercentage 7,2 procent, gelijk aan het verzuimpercentage in zorg en welzijn. Het verzuim onder grote sociaalwerkorganisaties met meer dan 100 werknemers is groter, blijkt uit deze peiling: een gemiddeld verzuimpercentage van 8,1 procent.

Uit de peiling blijkt ook: hoe groter de sociaalwerkorganisatie, hoe hoger het verzuimpercentage. Het verzuimpercentage lijkt bij bijna alle organisaties bekend, maar organisaties zijn minder op de hoogte van de verzuimfrequentie en verzuimduur.

Bij 70 procent van de grote organisaties was het verzuimfrequentiecijfer lager dan het landelijk gemiddelde van sociaal werk van 1,8 keer per jaar. Bij 5 procent van de organisaties was het hoger. De verzuimduur was in 50 procent van de grote organisaties hoger dan het landelijk gemiddelde van sociaal werk van 11 dagen. In 25 procent van de gevallen was het lager. Hieruit is dus af te leiden dat er in grote sociaalwerkorganisaties minder vaak dan gemiddeld een hoge verzuimfrequentie is, maar vaker dan gemiddeld een langere verzuimduur.

Drie taartdiagrammen: Verzuimpercentage met als vraag: Weet je het meest recente verzuimpercentage in jullie organisatie? 91% ja, 9% ongeveer.  Gemiddelde verzuimfrequentie met als vraag: Weet je het gemiddelde verzuimfrequentie in jullie organisatie? 67% ja, 19% ongeveer, 14% nee.  Gemiddelde verzuimduur met als vraag: Weet je de gemiddelde verzuimduur in jullie organisatie? 44% ja, 23% ongeveer, 33% nee.

Oorzaken van het verzuim

We vroegen de grote sociaalwerkorganisaties naar werkgerelateerde redenen voor verzuim. Emotioneel veeleisend werk werd het meest genoemd. (70 procent),  Andere genoemde redenen zijn: conflicten met een leidinggevende (21 procent), incidenten met cliënten (14 procent) en conflicten met een collega (9 procent), Organisaties noemen ook dat een verstoorde werk-privébalans een werkgerelateerde oorzaak van verzuim kan zijn.

Organisaties geven ook nog andere mogelijke werkgerelateerde oorzaken aan, waarvan de werk-privébalans het vaakst naar voren kwam. Naast werkgerelateerde redenen voor verzuim geeft iets meer dan de helft  van de organisaties aan dat er nog andere redenen zijn. Medische en psychische problemen, en leeftijd van personeel werden het vaakst genoemd.

Hoofdredenen verzuim: Emotioneel veeleisend werk: 70%. Te weinig mogelijkheid rust en ontspanning tussen de werkzaamheden door: 35%. Consequenties verzuim: 33%.  Overige redenen: Conflicten op het werk met een leidinggevende: 21%. Incidenten met cliënten: 14%. Conflicten met collega's: 9%. Gebrek aan ontwikkelingsmogelijkheden: 9%. Te weinig tijd/aandacht voor cliënten: 9%. Slechte sfeer op het werk: 5%. Gebrek aan uitdaging in het werk: 2%. Lichamelijk zwaar werk: 2%.

Maatregelen omtrent verzuim

Daarnaast vroegen we grote sociaalwerkorganisaties welke maatregelen ze nemen voor situaties die invloed hebben op verzuim. Specifieke maatregelen noemen zij het vaakst in het geval van persoonlijke situaties (81 procent), psychische klachten (77 procent) en incidenten met cliënten (67 procent). Het minst vaak worden er maatregelen genomen bij gebrek aan ontwikkelingsmogelijkheden (42 procent), overgangsklachten (37 procent) en lichamelijk zwaar werk (12 procent).

Ongeveer twee derde  van de organisaties verwacht dat het verzuim hoger zou zijn als ze deze maatregelen niet zouden nemen, terwijl 11 procent dit niet verwacht.

Belangrijkste situaties voor specifieke maatregelen verzuim: Persoonlijke situatie 81%, psychische klachten 77%, incidenten met cliënten 67%. Andere genoemde situaties: Mantelzorg 61%, Thuissituatie 56%, Conflicten op het werk 53%, Gebrek aan ontwikkelmogelijkheden 42%, Overgangsklachten 37%, Lichamelijk zwaar werk 12%.

Registreren verzuimcijfers

Grote sociaalwerkorganisaties zijn vooral al actief in het verzamelen van verzuimcijfers (84 procent), uitbrengen van frequente rapportages (84 procent) en interpretatie van cijfers (77 procent). Organisaties die nog niet bezig zijn met het verzamelen van verzuimcijfers geven aan hier wel behoefte aan te hebben.

Daarentegen zijn nog relatief weinig organisaties bezig met benchmarking intern (47 procent) en extern (42 procent). Er is vooral veel behoefte aan het starten met benchmarking extern bij organisaties die het nog niet doen, en verbeteren hiervan bij organisaties die het wel al actief doen.

Goed om te weten bij de aanpak van verzuim

  • Het aanpakken van verzuim is complex. Werkgevers en medewerkers hebben invloed op oorzaken, herstel en werkhervatting. Zij hebben bovendien  verschillende perspectieven op wat belangrijk is. De beste verzuimaanpak is een combinatie van interventies op individueel niveau en op organisatieniveau.
  • Hoe groter een organisatie, hoe lastiger het is om verzuim aan te pakken en werkhervatting te stimuleren. Een negatieve organisatiecultuur, werkdruk en organisatieveranderingen zijn extra belemmeringen.
  • Grotere organisaties hebben wel vaker (de mogelijkheid voor) een preventieadviseur.
  • Leidinggevenden hebben invloed op verzuim door het verhogen van hulpbronnen zoals ‘autonomie’ en het verlagen van taakeisen zoals ‘bureaucratie'. Daarnaast zijn leidinggevenden belangrijk in het trainen van hun medewerkers in het omgaan met taakeisen. Het helpt als een leidinggevende zich goed kan verplaatsen in de werkbeleving van medewerkers.
  • De rol van collega’s bij verzuim aanpakken wordt vaak vergeten, maar zij zijn heel belangrijk voor sociale steun.

Bron: E. Geluk & K. Vangronsvelt (2023) Wat maakt dat een absenteïsme-interventie werkt? Whitepaper. Antwerpen Management School.

Dit artikel is gebaseerd op een kort onderzoek onder organisaties in sociaal werk met meer dan 100 medewerkers. Ruim een derde van deze organisaties nam deel. De uitkomsten worden meegenomen in een groter onderzoek naar verzuimoorzaken en -aanpakken onder alle organisaties én werknemers.

Janneke Hagens

Onderzoeksadviseur

Meer weten? Neem contact op!

Janneke Hagens

Meer weten? Neem contact op!